Pistool, klein en groot kaliber:
Bij deze discipline wordt er geschoten met pistolen van verschillende kalibers. Een klein kaliber pistool heeft een kleiner en lichter projectiel, terwijl een groot kaliber pistool grotere en zwaardere projectielen afvuurt. Beide varianten vereisen verschillende technieken en precisie.
Revolver, klein en groot kaliber:
Deze discipline omvat het schieten met revolvers, die bekend staan om hun cilindrische magazijn. Net als bij pistolen zijn er zowel kleine als grote kaliber revolvers. Elk kaliber heeft zijn eigen specifieke eigenschappen en uitdagingen voor de schutter.
Geweer, klein en groot kaliber:
Bij deze discipline wordt geschoten met geweren, die langere lopen hebben en over het algemeen nauwkeuriger zijn over grotere afstanden. Kleine kaliber geweren hebben lichtere munitie, terwijl grote kaliber geweren zwaardere munitie gebruiken, wat invloed heeft op terugslag en schiettechnieken.
Zwartkruit/historische wapens:
Deze discipline richt zich op het gebruik van zwartkruitwapens en historische vuurwapens. Zwartkruit is het oorspronkelijke buskruit en wordt vaak gebruikt in replica’s van oude wapens. Deze discipline vereist een goed begrip van de traditionele schiettechnieken en de specifieke onderhoudsvereisten van historische wapens.
Dynamische disciplines pistool en geweer IPSC en APS/DSR:
IPSC (International Practical Shooting Confederation) en APS/DSR (Action Shooting) zijn dynamische schietdisciplines waarbij snelheid, precisie en bewegingsvrijheid centraal staan. Schutters moeten zich door een parcours bewegen en op verschillende doelen schieten, wat een combinatie van fysieke vaardigheid en schiettechniek vereist.